Transcript van www.youtube.com/watch?v=7G-WH-My640&feature=related e.v.
In mijn lezing van gisteravond besprak ik de
verscheidenheid van manieren waarop mensen hun eigen bestaan ervaren,
en de manier waarop de wetenschap natuur en mens-zijn beschrijft. Ik
heb dat uitgelegd aan de hand van subwetenschappen zoals ecologie en
biologie. Ecologie bijvoorbeeld beschrijft en bestudeert de relatie
tussen alle organismen en hun omgeving. De manier waarop zij het gedrag
van mens, dier en insect beschrijven staat in schril contrast met de
manier waarop de meesten van ons het denken, functioneren en bestaan
ervaren.
We zijn opgevoed om onszelf te ervaren als geïsoleerde centra
van bewustzijn en actie, geplaatst in een wereld die wij zelf niet
zijn; die uitheems, vreemd en anders is en die we het hoofd moeten
bieden. Terwijl de manier waarop ecologisten het menselijk gedrag
beschrijven feitelijk een handeling is en jij doet dus wat het gehele
universum doet op de plek die jij het hier en nu noemt. Jij bent iets
wat het hele universum doet op dezelfde manier als waarop een golf iets
is dat de hele oceaan doet. Dit is echter niet een zogenaamd
fatalistisch of deterministisch idee. Je zou een fatalist zijn als je
denkt dat je een soort marionet bent die door het leven rond wordt
gedreven. Dat je los van het leven bent, maar het leven je toch de wet
voorschrijft (is dat nou satan?). Maar vanuit het standpunt dat ik
weergeef is het ware zelf niet een marionet die door het leven rond
wordt gedreven, het ware diepe verborgen zelf is het hele universum en
het speelt jouw levend organisme en alles wat het doet.
Het drukt het
uit zoals een zanger een lied zingt. Het is ons met de paplepel
ingegoten dat we het gevoel hebben ons alleen in onze huid te bevinden
en ik heb gisteravond al laten zien dat dit een hallucinatie is. Het is
net zo gestoord als een mafkees die denkt dat hij Napoleon, of een
gepocheerd ei dat op zoek is naar een boterham. Het is precies
hetzelfde, een hallucinatie. En ik heb laten zien dat we onszelf zo
moeten ervaren dat we kunnen zeggen dat ons echte lichaam niet alleen
is wat binnen je huid zit, maar onze hele buitenwereld. Want als we
onszelf niet op die manier ervaren doen we onze omgeving geweld aan en
proberen die hardhandig in bedwang te krijgen. En als we dat doen is
dat rampzalig.
We buiten de wereld waarin we leven uit, we behandelen
haar niet met liefde, mildheid en respect. We kappen miljoenen hectares
bos, om ze vervolgens nota bene in kranten te veranderen. Prachtige
bomen vermaakt tot informatie over niets. En we vervangen ze niet zoals
zou moeten. We sollen met de wereld als wraak voor het gevoel dat in
feite wij de marionetten zijn waar de wereld mee solt. Dus mijn
voornaamste punt van gisteravond was dat wij een nieuw soort bewustzijn
nodig hebben waarin elk individu gaat beseffen dat zijn ware Zelf niet
alleen zijn bewuste ego is. Laten we als voorbeeld de koplampen van een
auto nemen. De koplampen schijnen op de weg die voor hen ligt. Ze
schijnen echter niet op de draad die hen verbindt met hun eigen accu.
Dus in zekere zin is de koplamp zich er niet bewust van hoe hij
schijnt.
Op dezelfde manier zijn wij ons niet bewust van de bron van
ons eigen bewustzijn. We weten niet hoe we weten. Er was eens een
jongeman die zei: "Alhoewel ik lijk te weten dat ik weet, zou ik wel
eens het oog willen zien dat mij kent wanneer ik weet dat ik weet dat
ik het weet." En zo zijn we onwetend, we negeren het, het valt buiten
ons aandachtsveld hoe wij erin slagen bewust te zijn. Hoe komt het dat
het ons lukt onze haren te laten groeien, onze botten te vormen, ons
hart te laten kloppen en alle benodigde stoffen af te scheiden die onze
klieren nodig hebben? We doen het maar we weten niet hoe we dat doen,
want onder de oppervlakkige zelf zit een andere zelf. Er is een andere
zelf, dat werkelijker "wij" is dan "ik."
En wanneer je je bewust wordt van dat onbekende zelf, - als je je daar al bewust van wordt - des te meer realiseer je je dat het onlosmakelijk verbonden is met al het andere aanwezige. Dat je een functie bent van dit hele sterrenstelsel, begrensd door de Melkweg, en dat dit sterrenstelsel bovendien een functie is van alle andere sterrenstelsels. Jij bent zelf dat enorme ding dat je met een telescoop ver, ver, ver weg ziet en je kijkt en kijkt en kijkt en op een dag zul je zeggen "Wel allemachtig.... dat ben ik!" en in de wetenschap dat je weet dat je nooit zult sterven, dat jij het eeuwige bent dat komt en gaat, dat nu eens verschijnt als Jan Jansen, dan weer als Gerda Smit, en weer een andere keer als Bettie de Bruin, en zo gaat het door tot in de eeuwigheid.
Welnu, de reden dat ik dit punt aanhaal als inleiding voor wat ik vanavond ga zeggen is het probleem van de verhouding tussen mens en natuur. Je weet dat er in de geschiedenis van filosofie in feite drie theorieën bestaan over de natuur. Maar wat bedoel je eigenlijk wanneer je het woord "natuur" gebruikt? Wat is natuuronderzoek? Natuurlijke historie, het natuurhistorisch museum? Wat verwacht je daar te vinden? Voor veel mensen betekent natuur vogels, bijen en bloemen. Het betekent alles wat niet kunstmatig is. Mensen denken bijvoorbeeld dat een gebouw zoals dit niet natuurlijk; het is kunstmatig. De natuurlijke toestand van een menselijk wezen is naakt zijn, maar we dragen kleren en dat is kunstmatig. We bouwen huizen. Is er enig verschil tussen een mensenhuis en een wespennest of een vogelnest? Niet echt, maar in ons hoofd hebben we het idee dat de natuur op een of andere manier buiten ons is.
We geloven dat we wat natuur in ons hebben en zeggen dat er
zoiets als de menselijke natuur bestaat en dat die grotendeels slecht
lijkt. De menselijke natuur wordt volgens Dr. Freud gedreven door het
libido, en je weet wat dat is en dat je het niet kunt vertrouwen.
Vroeger bedwongen ze dat met de zweep, maar Dr. Freud zei: "Zo moet je
het niet doen. Je moet het behandelen zoals een goede paardentrainer.
Paardentrainers geven het paard zo nu en dan een suikerklontje en
krijgen het op die manier onder controle. Wees er aardig voor,
respecteer het, ook al is het heel, heel onfatsoenlijk."
Welnu, zoals
ik al zei bestaan er in de geschiedenis van de mensheid drie gangbare
theorieën over de natuur. De eerste theorie is de westerse theorie, die
beweert dat de natuur een machine is of een artefact. We hebben dat
idee geërfd van de Hebreeërs die geloofden dat de natuur gemaakt was
door God, ongeveer op dezelfde manier waarop een pottenbakker een pot
uit klei maakt, of een timmerman van hout een tafel. Het is niet zomaar
dat Jezus de zoon was van een timmerman, want traditioneel hebben wij
de wereld altijd gezien als een constructie en alsof er iemand is die
weet hoe het in elkaar is gezet. Iemand begrijpt hoe dat gedaan is en
dat is de constructeur, de architect, God. Maar in de 18e eeuw vond er
een verandering plaats van het westerse denken. Mensen gingen steeds
meer betwijfelen of er wel een Schepper was, - of er eigenlijk wel een
God was, - maar bleven de schepping zien als een artefact, als een
machine.
Rond de tijd van Newton verklaarden mensen de wereld in termen
van een mechaniek en nog steeds worden wij beïnvloed door dat idee.
Toch zal de schrijver in een artikel over menselijke fysiologie gebruik
maken van tekeningen die de mens laten zien als een soort fabriek. Ze
laten zien hoe door de peristaltiek het voedsel naar binnen wordt
gewerkt en hoe het verwerkt wordt door het ene of andere orgaan, net
alsof een fabriek met een bepaald product wordt gevoed, aan de ene kant
gaat er een koe in en aan de andere kant komt het eruit als rundvlees.
Op precies dezelfde manier wordt een mens verduidelijkt. En dat gebeurt
ook in een soort nogal ontaarde geneeskunde die tegenwoordig
uitgeoefend wordt. Wanneer je naar een ziekenhuis gaat voor een medisch
onderzoek wordt je behandeld als een machine. Ze verwerken je. Je bent
geen persoon. Je wordt meteen in een rolstoel gezet, zelfs als helemaal
gezond bent en best zelf kunt lopen. Ze moeten je in die rolstoel
krijgen. En dan moet je het hele procedé doorlopen.
De hartspecialist kijkt alleen naar je hart, omdat hij niets begrijpt van al het andere. De KNO-arts, wat keel- neus- en oren-meneer betekent bekijkt alleen dat gedeelte van je, omdat hij van al het andere niets afweet. En misschien werpt een psychiater ook nog een blik op je en Joost mag weten wat daar dan gebeurt. Enzovoort enzovoort. Iedereen kijkt naar je vanuit zijn gespecialiseerde gezichtspunt alsof ze een stelletje monteurs zijn die je auto onderzoeken. We hebben, zoals ik gisteravond al aangaf, daar gewoon zelf om gevraagd, omdat de meesten van ons zichzelf zien als de chauffeur van zijn lichaam, dat we op eenzelfde manier bezitten als je een auto bezit. En als het fout gaat breng je het naar de monteur om het te laten repareren. Je identificeert jezelf niet echt met je lichaam net zoals je jezelf ook niet echt identificeert met je auto. Dat is dus de hele theorie, ontwikkeld in het Westen, over de natuur als een artefact, iets gemaakts.
Ik zal nu de tweede theorie over de natuur bespreken. Dat is een
Oost-Indiase theorie. De natuur niet als artefact maar als schouwspel.
Het fundament van het hele hindoeïstische denken is het idee dat de
wereld maya is, een Sanskriet woord dat vele dingen betekent.
Het betekent magie, illusie, kunst en toneelstuk. De wereld is een
schouwtoneel en volgens het idee van de Hindoes is de ultieme realiteit
van het universum het Zelf, dat zij Brahma of Atman
noemen. Dat is wat er is. Het Zelf, - universeel, eeuwig, onbegrensd,
onbeschrijfelijk - en alles wat gebeurt, gebeurt op [kosten
van] het Zelf, zoals je zegt "Vanavond is het op mij[n
kosten]," of zoals we zeggen wanneer we de radio horen "Het is op
de radio". Alles wat je op de radio hoort, fluiten, trommels, stemmen
van mensen of verkeersgeluiden zijn trillingen van het diafragma van de
luidspreker.
Maar dat vertelt de radio je niet. De omroeper komt niet
op om elke morgen te zeggen "goedemorgen dames en heren, dit is de NOS.
De volgende geluiden die u gaat horen zijn trillingen van het diafragma
van uw luidspreker. Het zijn geen echte menselijke stemmen en
muziekinstrumenten, maar gewoon trillingen". Dat vertellen ze je nooit.
En op precies dezelfde manier laat het universum je niet weten dat in
werkelijkheid alle zintuiglijke ervaringen trillingen van het Zelf
zijn. Niet alleen van je eigen kleine zelf, maar van het
Zelf. En allemaal samen delen wij dat Zelf, omdat het zich voordoet
alsof het wij allemaal is. Op die manier speelt Brahma, het
ultieme principe, eeuwig verstoppertje, en doet dat in onuitsprekelijk
lange tijspannen. De Hindoes meten tijd in een zogenaamde kalpa,
dat is 4.320.000 jaar. Misschien moet dit getal niet letterlijk worden
genomen, maar al een onzegbaar lange tijd doet het Brahma,
het Zelf, alsof het verdwaald is, en alsof het ons is. Het raak
verwikkeld in al onze avonturen, al onze zorgen, angsten en tragedies.
Dan, na een periode van 4.320.000 jaar, vindt er een catastrofe plaats.
Het universum wordt vernietigd door vuur en daarna ontwaakt het Brahma
en zegt: Goeie genade, wat een avontuur!" Het veegt het zweet van zijn
voorhoofd en zegt: "Poeh, laten we even uitrusten". En dan rust het
goddelijke Zelf nog eens 4.320.000 jaar uit en weet wie Het is. "Ik ben
het". Dan zegt het "Nou dit is nogal saai, laten we weer gaan, laten we
de boel weer door elkaar gooien". En dat doet het op een erg vreemde
manier, want de Hindoes berekenen het als volgt: de eerste periode van
het verwikkeld raken of verdwalen is prachtig. Dat is de langste
periode, waarin alles klopt.
Het leven is gewoon prachtig. Dan komt volgende periode waarin dingen ietwat wankel worden. Er is iets op een vage manier niet in orde, maar dat duurt niet zo lang. Dan komt de volgende periode, de derde, waarin goed en kwaad goed in evenwicht zijn. En die is nog korter. Uiteindelijk komt de kortste periode waarin al het kwade overwint en het universum ontploft, waarna we weer helemaal opnieuw beginnen. Er wordt verondersteld dat wij nu in die periode leven. Het wordt de Kali Yuga genoemd, het Tijdperk der Duisternis, en het begon op vrijdag 23 Februari, 3123 v.Chr. en duurt nog 5000 jaar.
Maar naarmate het verder gaat, gaat de tijd sneller dus maak
je geen zorgen. Dit is dan de theorie over de natuur als drama, een
schouwspel. Er is dus nog een derde theorie over de natuur, een
Chinese, die heel interessant is. Het Chinese woord voor natuur
is tzu-jan en die uitdrukking betekent "wat vanzelf zo
is", of wat vanzelf gebeurt. We zouden het "spontaniteit" kunnen
noemen. Het betekent vrijwel "automatisch," omdat automatisch iets is
dat zelfbewegend is. Wij associëren het woord "automatisch" met
mechaniek, maar tzu-jan, wat van zichzelf zo is, wordt in de
Chinese geest niet met mechaniek geassocieerd, maar met biologie. Je
haar groeit vanzelf, je hoeft niet te bedenken hoe je het moet laten
groeien. Je hart klopt vanzelf, je hoeft er niets voor te doen. Dat is
wat de Chinezen bedoelen met natuur. Er is een gedicht dat zegt "Stil
zitten, niets doen, de lente komt en het gras groeit vanzelf". Het
belangrijkste principe van de natuur wordt de Tao genoemd,
uitgesproken als Dao in het Mandarijns dialect, Tou
in het dialect van Sjanghai, Toe in het Kantonees dialect,
dus kies maar. Tao betekent de weg van de natuur. Lao Tse, een filosoof
die wat later dan 400 jaar v.Chr. leefde schreef een boek over de Tao.
Hij zei "De Tao waarover gesproken kan worden is niet de eeuwige Tao."
Je kunt het dus niet beschrijven". Hij zei dat het principe van de Tao
spontaniteit is en dat de grote Tao overal vloeit, zowel naar links als
naar rechts. Het heeft lief en voedt alle dingen, maar heerst er niet
over. Het verwerft verdienste en rekent die niet als eigen. Er is dus
een erg groot verschil tussen het Chinese idee van Tao, als het
vormgevende principe van de Natuur, en het Judeo-Christelijk idee van
God als de Heer en Meester van de natuur, omdat de Tao zich niet als
baas gedraagt. In de Chinese filosofie van de natuur heeft de natuur
geen baas. Er is geen principe dat dingen dwingt zich te gedragen zoals
ze doen.
Het is dus een compleet democratische theorie van de natuur.
Overeenkomstig zie je dat de meeste westerlingen, of ze nu christen of
niet-christen zijn, de natuur niet vertrouwen. Van alle dingen is de
natuur het minst te vertrouwen. Je moet haar beheersen, je moet er voor
oppassen en het gaat altijd fout als je niet uitkijkt. Je weet dat de
aardmannetjes je zullen pakken als je niet oplet. Dus we hebben altijd
het gevoel dat we haar niet kunnen vertrouwen omdat we doordrongen zijn
met het idee van de erfzonde. Je kunt de natuur niet vertrouwen, want
zij komt tevoorschijn met onkruid en insecten en vooral de menselijke
natuur kun je niet vertrouwen, want als je jezelf niet in bedwang houdt
zou je je grootmoeder nog kunnen verkrachten. De Chinezen zouden dus
zeggen, "als je jezelf niet vertrouwt dan kun je niets vertrouwen, want
als je jezelf niet kunt vertrouwen kun je dan je wantrouwen in jezelf
vertrouwen? Is dat goed gefundeerd?
Als je jezelf niet kunt vertrouwen
ben je helemaal in de war. Je hebt geen poot om op te staan, je hebt
geen schijn van controle over wat dan ook. Wat dat betreft zijn de
Taoïstische en de Confuciaanse filosofie het met elkaar eens. In de
filosofie van Confucius wordt de wezenlijke deugd van een mens Jen
genoemd. Chinese geleerden weten best waarom het geschreven
wordt als Jen, ik niet, maar het wordt uitsproken als Zwjen.
Het is een Chinees karakter dat voor Confucius de allerhoogste deugd
was. Hoger dan gerechtigheid, hoger dan goedhartigheid, en het betekent
ongeveer oprechte hartelijkheid . Confucius zei ooit dat
schijnheiligheid de dief van de deugden is. Deugd is in het Chinees Teh.
We hebben er in westerse schrift Peh van gemaakt en het
betekent niet deugd in de zin van moreel fatsoen, maar deugd in de zin
van magie, zoals de helende deugden van een plant. Een man van de ware
deugd is daarom een oprecht hartelijke man en dat betekent dat men
boven alles de menselijke natuur zou moeten vertrouwen in het volledige
besef dat die zowel goed als slecht is, zowel liefhebbend als
zelfzuchtig.
Welnu, ik zal je laten zien hoeveel wijsheid hierin
schuilt. Wanneer mensen oorlog voeren vertrouw ik ze, als de reden dat
ze oorlog voeren het in bezit nemen van elkanders bezittingen en
vrouwen is, want ze voeren dan een barmhartige oorlog. Ze zullen de
bezittingen en vrouwen, waar ze zich meester van willen maken, niet
vernielen, ze willen ervan genieten. En dat is een oorlog gebaseerd op
simpele, alledaagse menselijke hebzucht.
De meest afgrijselijke
oorlogen zijn oorlogen die gevoerd worden vanuit morele principes. "Jij
bent een vuile communist, je hebt een filosofie die vernietigend is
voor de religie en alles wat we liefhebben, belangrijk vinden en
eerbiedigen en daarom zullen we je tot de laatste man uitroeien tenzij
je je onvoorwaardelijk overgeeft." Zulke oorlogen zijn ongelofelijk
meedogenloos. We kunnen hele steden opblazen, mensen uitroeien, niet
omdat we hebzuchtig zijn, maar rechtvaardig. Daarom is schijnheiligheid
de dief van de deugd. Als je iets kwaads van zin bent, doe het dan
vanwege een eenvoudige, oprechte en egoïstische reden, doe het niet in
de naam van God. Want als je dat wel doet verandert het je in een
monster dat niet langer menselijk is. Een sadist, een pure vernietiger.
Dus een onwrikbaar rechtvaardig iemand is niet menselijk en daarom is in het Chinese gedachtegoed over rechtvaardigheid een goede rechter niet iemand die zich bij een boek neerlegt. Hun idee over rechtvaardigheid is "Hou de zaak in godsnaam buiten het gerechtshof. Laten we bijeenkomen achter de schermen en een compromis sluiten, want we weten dat onze tegenstander een schurk is en ik weet dat ik dat zelf ook ben, en er kan geen wederzijds akkoord gesloten worden tussen dieven." Dus we redetwisten er wat over en roepen de rechter erbij in een onofficiële samenkomst. En de rechter bromt wat en als het een goede rechter is heeft hij een gevoel voor wat lǐ wordt genoemd.