Invallen - deel 1

Paardebloemen


Taal is een zeer onbeholpen werktuig om met elkaar te communiceren, met name als je eerst moet definieren wat je met woorden precies voor ogen hebt als je ze gebruikt. Waarheid, geluk, liefde, natuur kun je alleen onthullen door de factoren te verduidelijken die het ervaren ervan in de weg staan. Zoals naaktheid bij een aangeklede burger alleen duidelijk te maken is door de kleren die zijn naaktheid bedekken te benoemen en hem te vertellen dat hij zijn naaktheid pas kan ervaren als hij zich van al die kledingstukken ontdoet. Je kan hem niet laten zien wat eronder zit, als hij niet bereid is zijn kleren uit te doen.

Als ik uitkijk over een prachtig landschap, waar electriciteitsmasten in staan en het stoort mij niet omdat ik dat normaal vind, dat die er staan, heb ik geen beeld van een ongerepte natuur. Pas als ik zie dat het de natuurlijke orde verstoort, kan ik mij daar wel een beeld van vormen. Dan kan ik mij voorstellen, hoe het eruit ziet zonder masten. Als ik een boze vader een kind zie en hoor straffen, voel ik dat dat niet klopt, als ik naar de vader en het kind kijk. Als ik een puber met puisten zie, begrijp ik dat er iets niet klopt, want een mens hoort gaaf te zijn. Als ik merk dat iemand verdrietig is, weet ik dat er iets is dat zijn geluk in de weg staat. Als iemand mij een bloemetje geeft, weet ik dat daar een bedoeling achter zit. Zo zitten achter elke emotie en elk handelen van mensen in deze maatschappij verhulde drijfveren, een dubbele agenda, verzwegen intenties


Je krijgt geen kind zo gek om voor zijn plezier naar school te gaan, tenzij je het met straf en beloning eerst zo dresseert, dat het een aantal abnormale dingen normaal gaat vinden. De enige natuurlijke behoeften van de mens zijn voedsel, slaap, en beschutting tegen de regen. Alle andere behoeften zijn onnatuurlijk en aangeleerd. Een kind moet wel leren denken om in die rare grotemensen wereld mee te kunnen. Het intellect ontwikkelen bestaat alleen daarin dat je vaardigheden moet ontwikkelen om mee te mogen doen, niet om te leven, want daar heb je dat helemaal niet voor nodig, maar om een radertje te worden in deze onrechtvaardige wereld. Kinderen willen helemaal niet leren, kinderen willen spelen. Elk kind vindt het leuk om te leren lezen en schrijven en rekenen. Als de grote mensen een wereld hebben gecreëerd, waarin je alleen mee komt als je leert lezen, schrijven en rekenen, denken kinderen inderdaad dat dat belangrijk is. Kinderen hebben nooit een keuze, autisme is ook geen keuze, maar je hoeft dan wel niet mee te doen. Opvoeden is niet begeleiden, maar een voorbeeld geven en ouders geven doorgaans een beroerd voorbeeld. Opvoeden in deze maatschappij is niets anders dan dressuur. Er is geen kind wat opgevoed wil worden, er is geen kind dat ervoor kiest om het paradijs uitgeleid te worden.


Menselijke kreativiteit is tegen de natuurlijke ordening, ijdelheid en hoogmoed. Menselijke creativiteit heeft de wapens ontwikkeld, steden en kerken gebouwd, talen ontwikkeld, heeft deze aarde bevuild en vernield, en dat allemaal om de angsten en stuurloosheid van de mens, die hij zelf opgeroepen heeft, door de eenvoud te verlaten te beteugelen. In zijn kooi verdrijft hij de verveling, de zinloosheid en wanhoop, de troosteloosheid en het verdriet, zijn machteloosheid en kleurloosheid, door zijn prestaties, zichzelf voor te houden dat hij wel wat kan, dat hij schouderklopjes van anderen verdient, dat hij door iets achter te laten niet voor niets geleefd heeft, terwijl vergetelheid uiteindelijk zijn lot zal zijn en de tand des tijds alles tot stof zal doen vergaan. Het is echt allemaal ijdelheid.


Opgevoed wordent is te vergelijken met het verlaten van het paradijs en je in een gigantische doolhof begeven, waar zelden iemand uitkomt, want al eeuw na eeuw komt vrijwel iedereen er dwalend in om. In de doolhof heb je inderdaad je intellect nodig om zo goed en zo kwaad als mogelijk te overleven. Iedereen is opzoek naar de uitgang maar is er ook nog eens van overtuigd dat je er toch niet uitkomt. Eigenlijk krankzinnig dat ze blijven zoeken. Wanhopigen maken een eind aan hun leven, leiders leiden hun volgelingen van de ene doodlopende de andere doodlopende weg in. En als iemand per ongeluk toch de weg naar de uitgang gevonden heeft verklaren ze hem voor gek. Kinderen worden in de doolhof geboren en doen dus met het spel mee, leren schrijven, lezen en rekenen, want dat heb je nodig om te overleven. Hetzelfde intellect wat je hebt moeten ontwikkelen om in de doolhof te overleven, kun je gebruiken om de uitgang te vinden. Als je eenmaal weer buiten bent, heb je het niet meer nodig. Het is dus een zeer omslachtige manier en volstrekt overbodig.


De mens is inderdaad het enige schepsel dat van zijn natuur kan afwijken maar er gelukkig ook weer naar kan terugkeren. Er zal nooit een mestkever zijn die een web gaat spinnen, noch een ree die vlees gaat eten, want dat zou zijn einde betekenen. Alleen getemde dieren worden gedwongen af te wijken van hun instinct en moeten dat met ziekten en voortijdige dood bekopen. De dwaling heeft geen zin maar wel de angsten, het onbehagen en de problemen die dat oproept. Bezint eer ge begint, want als je eenmaal begint is het eind zoek. De mens die zich niet als mens gedraagt is inderdaad krankzinnig en gestoord. Wat de mens tot mens maakt is niet zijn vermogen tot dwalen, maar zijn vermogen tot genieten van de schepping, van zichzelf en van de ander. Alleen de mens kent de verwondering en eerbied voor de natuur. Daarom is hij de kroon op de schepping, maar dat heeft hem ook verantwoordelijk gemaakt voor zijn eigen geluk en ongeluk.


De ware humor is geestig, oppervlakkige humor is zielig. Grappen zijn geestig als ze in deze omgekeerde wereld de boel weer terugdraaien en mensen om zichzelf lachen. Kinderen hebben geen gevoel voor humor. Kinderen zijn nog geestig. Hun uitspraken gaan nooit ten koste van een ander, maar omdat zij soms nog zien dat ze in een door de grote mensen omgekeerde wereld leven en daar uitspraken over doen, vinden grote mensen hen geestig. Daarom zijn grote cabaretiers geestig. De humor van de volwassenen is bedachte leukheid en dat is zielig. Mensen met humor hebben altijd ongelijk.


De fout ( zonde) heeft geen zin, want een fout verwijst nergens naar. Als ik boos wordt op iemand omdat ik vind dat hij zich niet gedraagt zoals ik zou willen, heeft het boos worden geen zin, maar wel het onbehagen dat dat naderhand bij mij oproept. Dat onbehagen ontstaat omdat mijn geweten mij ter verantwoording roept. Ik probeer dat geweten te sussen door de schuld aan de ander te geven, hij maakte mij immers boos. Mijn geweten vraagt mij: "en jij dan, wat was jouw eigen aandeel?" Je kunt natuurlijk ook meteen naar je geweten luisteren en dan wordt je niet meer boos. Dan besef ik op het moment dat ik iets van een ander wil, dus macht over de ander wil uitoefenen, het terecht is als de ander nee zegt. En als de ander zich gedwee aan mijn wil onderwerpt, zegt mijn geweten: "kijk nou wat je doet" en dat voelt weer niet prettig.


Kunst, het woord zegt het al is, onecht. Tevreden mensen voelen geen enkele drang tot het fabriceren van iets. Het zelf heeft geen enkele behoefte en produceert dus niets, want het is zelfgenoegzaam. Creativiteit is scheppingsdrang en komt voort uit onvrede met jezelf. Wij hoeven aan de schepping niets toe te voegen, dat is ijdelheid.


Je bent bewust of onbewust, tevreden of ontevreden, je bent wakker of je slaapt, je bent eerlijk of oneerlijk. Meer of minder bewust bestaat niet, je ziet helder of je ziet vertekend.


Kinderen laten de grote mensen in alles zien dat het niet goed met hen gaat, hun ziekten, hun onrust, hun opstandigheid, hun driftbuien, hun verkoudheden, hun oorontstekingen, hun angsten, hun huilen, hun stotteren, hun benauwdheden, hun eczemen, hun hoofd- en buikpijnen, hun ontwikkelingsstoornissen en alle andere verschijnselen, die de grote mensen zien maar het verklaren en niet begrijpen. Dat zijn allemaal symptomen van het verzet tegen de macht van de ouders. Je mag van kinderen niet verwachten dat ze dat begrijpen, maar ze laten het wel zien.


Als ik een prachtig landgoed heb, kan ik dat voor mijzelf houden, maar ik kan daar in mijn onbaatzuchtige goedheid ook anderen van laten genieten, zonder daar entree voor te heffen. De enige regel die ik aan de bezoekers zal stellen is dat ze er geen puinhoop van maken, dat ze wel de vruchten mogen eten, dat ze overal mogen rusten, maar dat ze de ordening moeten laten zoals die is, omdat alles zo in evenwicht is en elke verstoring het schouwspel en het evenwicht zal aantasten. Als de bezoekers zich daaraan houden blijft het een paradijselijk landgoed.


Als de mens met dat bewustzijn weer teruggaat (wat niet mogelijk is omdat juist dat bewustzijn hem weerhoudt van de terugkeer) zal hij er dezelfde puinhoop van maken die hij er nu van gemaakt heeft. Dat zie je bij Robinson Crusoe, die met zijn angsten, zorgen en culturele ballast op een onbewoond paradijselijk eiland belandde. Wat een malloot dat hij kleren bleef dragen, bang was voor de "wilde" dieren, overtuigd was dat hij niet zonder melk en vlees kon, zich verschanstte in zijn fortje. Hij kon niet eens genieten van zijn paradijs en zijn grootste wens bleef om het te verlaten.


Geweten en het bewustzijn zijn strijdig met elkaar en kunnen elkaar nooit ontmoeten. Het is de keus voor het een of het ander, zoals cultuur en natuur onverenigbaar met elkaar zijn en altijd ten koste van elkaar gaan.


Als ik door een duister doolhof dwaal en mij botsend en stotend van de ene zijwand naar de ander voortbeweeg, kan ik inderdaad niet instinctief vooruitkomen. Ik heb de botsingen nodig, ik moet ze bewust ervaren, om vooruit te komen. Maar dan nog weet ik niet waar ik heen moet, het is immers een doolhof. Ik heb wel inzicht in wat ik doe, maar dat helpt me niet naar de uitgang.


En als je klaar bent met afleren, maak je geen fouten meer, dan ben je wakker. Dat is de strekking van het Evangelie van Thomas. Wie de verklaring van de geheime woorden vindt zal geen fouten meer maken.


De mens moet niet met emoties omgaan, hij moet ervoor zorgen dat hij zich van zijn emoties ontdoet, niet door ze te beheersen, maar door zo te leven dat er geen emoties meer zijn. De enige juiste manier om het denken te gebruiken is om het denken overbodig te maken.


Waar alle mensen gelijk in zijn is dat ze mens zijn. Zoals alle eekhoorns precies hetzelfde instinct hebben, wat hen doet leven op de manier waarop het bedoeld is, hebben alle mensen precies hetzelfde geweten of natuur, die hen doet weten (laat horen of "zien") hoe ze gelukkig en volmaakt naar hun natuur kunnen leven. Wat mensen van elkaar scheidt en onderscheidt is wat ze in hun hoofd hebben. In hun hoofden zitten overtuigingen, meningen, denkbeelden, kennis, vooroordelen. Dat vormt het groepsgeweten, familiegeweten, volksgeweten, religiegeweten, dat hen doet leven zoals de groep, de familie, de natie en de religie bepaalt hoe ze moeten leven. Je leeft dus naar je ware of je valse geweten en die zijn altijd strijdig met elkaar. Het valse geweten is een door mensen geconstrueerd groepsbelangen dienende constructie, voor ieder mens en iedere groep verschillend en spreekt dus voor iedereen anders. Het ware geweten is voor ieder mens hetzelfde en spreekt voor alle mensen dezelfde taal.


Emoties ontstaan alleen als de mens niet naar zijn geweten leeft, als hij zichzelf niet begrijpt, als hij niet naar zichzelf kijkt. In elke emotie zit een deel van mijzelf en een deel van de ander. Hij maakt me boos, ik laat me boos maken. Ik wordt boos, omdat de ander aan mijn overtuigingen, bezit, komt. Mijn overtuigingen en mijn bezit zijn mijn aandeel. Ik voel me dan aangevallen in iets wat niet eens van mijzelf is. Alleen als je dat begrijpt ben je door niemand meer boos te maken. En zo geldt dat voor alle emoties.


Het denken verhindert de mens naar zijn geweten te luisteren, het sust en overstemt het geweten. Het praat recht wat krom is, het excuseert het kuddegedrag, het huilen met de wolven, het geeft anderen en omstandigheden de schuld, het bedriegt het geweten en het vervelende van zelfbedrog is dat je de bedrieger altijd bij je draagt.


Zoals de mens een hond alleen kan dresseren met belonen en straffen en hem dus zo van zijn instinct kunnen leren afwijken, kan een kind ook alleen door belonen en straffen gedresseerd worden en van zijn paradijselijk bewustzijn beroofd worden. "Wat gij niet wilt dat u geschiedt doet dat ook de ander niet" is strijdig met elke manier van dressuur. Met opvoeding laat je het kind van zijn natuur afwijken,


De meeste mensen zijn zich niet eens bewust van de chaos in de wereld, zien vooruitgang, vinden dat er zoveel goede dingen zijn, zien wat ze willen zien en horen wat ze willen horen, als het hun eigen standpunt maar bevestigt.


Mensen hebben natuurlijk vaak inzicht in een bepaalde situatie, voelen vaak intuitief dingen aan en begrijpen vaak een situatie, maar zo vreselijk vaak niet. En dan blijf je slechts een deel van de werkelijkheid zien, maar niet helemaal. Als je je denken leeggemaakt hebt, kun je het ook niet meer gebruiken en dan zie je de werkelijkheid altijd.


Het denken heeft alleen een funktie in deze maatschappij. Kleine kinderen hebben het denken niet nodig en in een rechtvaardige wereld, zonder computers, kanonnen en macht is het dus ook overbodig. Het denken is dus een instrument, wat je als alle instrumenten ten goede en ten kwade kunt gebruiken. Het hoort dus in een dualistische wereld. Als er een totaalbewustzijn is is het denken verdwenen, want dan zijn er geen keuzes meer.


Als je ontrouw aan het geweten bent heb je een vals bewustzijn. Er zijn twee soorten bewustzijn: het vals bewustzijn van de niet verlichte en het "totaal"bewustzijn van de verlichte mens. Het valse bewustzijn hindert het geweten, het "totaal"bewustzijn is het geweten, het bewustzijn van jezelf. Niet bewust zijn is een gevolg van ontrouw aan het geweten. Ook met je ogen dicht zul je je hand van de kachel terugtrekken. Het zien is voelen. Das Gefuhl ist alles. Dat gevoel gebruikt geen woorden, zoals het geweten van kleine kinderen ook geen woorden gebruikt, kinderen drijven op hun gevoel. Kinderen zijn net als het geweten weerloos. Want alles wat van waarde is is weerloos. Afhankelijk van hun ouders, bang om hun hun "liefde" te verliezen, laten ze zich alles wijsmaken. Grote mensen geloven dat je van roken longkanker krijgt, dat bidden helpt, geloven in reïncarnatie, in vooruitgang, in de evolutietheorie, in toeval, in hun prestaties, dat macht met macht vergelden iets oplost, maar toch voelen kinderen haarscherp dat er iets niet klopt. Op het moment dat het kind "ik" zegt is er een vals bewustzijn, dan is het ongerepte voorbij. De dressuur begint al vrijwel vanaf de geboorte. Dan wordt het kind geperst in zijn kleertjes, in de tijd van de ouders gewrongen, blootgesteld aan het lawaai van deze maatschappij, geconfronteerd met de grillen en onrust van de ouders. Daarom staat er in het Thomasevangelie dat je terug moet gaan naar een kind van 7 dagen en eigenlijk nog veel verder terug, want in de baarmoeder worden ze al blootgesteld aan het verstoorde evenwicht van de moeder.


Je kunt iemand leren hoe tegen de stroom in te zwemmen, dat heet opvoeding. Leren hoe je je mee kunt laten drijven, is eerst laten zien wat voor ellende het tegen de stroom in zwemmen oplevert en tevens het voorbeeld geven hoe heerlijk en moeiteloos het is om je te laten meedrijven.


Een samenleving bestaat uit vele mensen, zoals een muur uit vele stenen samengesteld is. Krom gebakken stenen geven een rommelige muur, tegenstrijdige mensen een tegenstrijdige samenleving. Tegenstrijdige mensen ontstaan uit kinderen die met tegenstrijdigheden worden opgezadeld. Elke samenleving krijgt de overheid die ze verdient. Overheden worden gerecruteerd uit dezelfde mensen die de samenleving vormen. De overheid de schuld geven is jezelf aan je eigen verantwoordelijkheid onttrekken.


Het geweten is de bron, de oerbron, waaraan alles ontspringt, de oorsprong. Daar komen de woorden oorspronkelijk, origineel en spontaan vandaan. Terugkeren naar jezelf, naar de bron, is terugkeren naar je geweten. Dan pas kun je het geweten vertolken.


Naarmate het ik afneemt neemt het zelf toe, of naarmate de ratio afneemt neemt het gevoel toe, of naarmate de invloed van de cultuur afneemt neemt de invloed van de natuur toe, of naarmate kennis afneemt neemt wijsheid toe en je kunt daar nog tientallen andere dingen aan toevoegen.


Ieder mens heeft in zijn leven zijn eigen unieke oogkleppen samengesteld, maar hoe klein ze ook zijn ze vertekenen het zicht op de werkelijkheid. Mensen met kleine oogkleppen of weinig vooroordelen zien helderder dan mensen met grote oogkleppen. Hij ziet wel meer maar niet alles, maar hij waant zich beter dan de anderen. Of in een land waar alle mensen grote oogkleppen op hebben, steekt degene met kleine oogkleppen er bovenuit. Alleen degene zonder oogkleppen ziet.


Met vallen en opstaan, weerstand overwinnen, vasthouden en loslaten, je overtuigingen stuk voor stuk ontzenuwen, alles waarin je geloofd hebt loslaten, alles wat je in de loop van je leven verzameld hebt en aan gehecht bent doorzien als louter ballast hoe zinvol het je ook geleken heeft, alles waarvoor je je moeite hebt getrost, pijn voor hebt geleden als een vergissing zien, al die jaren dat je je hoofd gevuld hebt met kennis als zinloos doorzien, kortom het is niet niks, maar dan opeens vallen de schellen van je ogen en verbaas je je erover dat je dat niet eerder gezien hebt, terwijl het zo eenvoudig en voor de hand liggend is. Pas op dat moment begrijp je dat je je je hele leven vergist hebt en dat brengt je aanvankelijk in verwarring en geeft je een gevoel van spijt en schaamte, omdat je jezelf zo voor de gek gehouden hebt, terwijl je het eigenlijk altijd geweten hebt.


In deze maatschappij is het onoverkomelijk dat kinderen eerst hun paradijselijke onschuld worden uitgedreven en dat is natuurllijk vreselijk tragisch. Het is eigenlijk te gek voor woorden dat mensen op zoek zijn naar zichzelf terwijl ze tegelijkertijd er alles aan doen om kleine kinderen dat zelf te laten verliezen. Ze eerst opzadelen met bagage waar ze dan later een pijnlijk en moeizaam proces voor nodig hebben om daar weer van af te komen. Dat bedoelen ze met die rare constructie van de reïncarnatie. Als het je dus niet lukt om je in dit leven van je karma (alles waarmee je door je ouders bent opgezadeld) te ontdoen, zou je dat in een volgend leven misschien wel lukken. Dat volgende leven is je kind met jouw karma opgezadeld. Het lijkt me eerlijker om het dan in je eigen leven te doen.


Je kunt op de ingeslagen weg alleen verder gaan als je ziet dat deze maatschappij, waarin de macht het voor het zeggen heeft, wankelt op zijn grondvesten. Overal loopt het uit de hand, mensen wanhopen massaal en grijpen zich vast aan strohalmen, weten van gekkigheid niet meer wat ze moeten doen en de machthebbers, die bij god niet weten welke kant ze op moeten, bezweren hen dat het allemaal goed zal komen. Maar er is een grens aan de mate waarin mensen zich voor de gek laten houden. Culturen storten altijd in op het moment van de grootste macht en erger dan het nu is kan het niet meer. Er staat wat te gebeuren en je moet begrijpen dat wij dat mee zullen maken. 2000 Jaar geleden heette het dat het Koninkrijk Gods nabij was, maar toen is het mislukt. Toen was er nog geen internet, geen GSM en geen TV en dat is een wezenlijk verschil. In al die eeuwen erna zijn ketters altijd doodgezwegen, geïsoleerd en vermoord en dat kan nu niet meer. Deze maatschappij is een kolos op lemen voeten, een stevige duw en hij stort in.


Naarmate het ik afneemt neemt het zelf toe, of naarmate de ratio afneemt neemt het gevoel toe, of naarmate de invloed van de cultuur afneemt neemt de invloed van de natuur toe, of naarmate kennis afneemt neemt wijsheid toe en je kunt daar nog tientallen andere dingen aan toevoegen. Het rationele bewustzijn is de mantel die om het geweten heen ligt, dus het geweten moet ontmanteld worden door de ratio te ontzenuwen.


Het is alleen zinvol voor de maatschappij als kinderen leren om oneerlijk te zijn en iet meer te zeggen wat ze denken, om ontevreden met zichzelf te worden, als ze leren dat ze pas iets zijn als ze presteren en dat ze zijn wat ze doen. Want dan alleen passen ze in een onrechtvaardige maatschappij van oneerlijke mensen.


Eigenlijk is het zo dat je pas iemand de weg kan wijzen als je zelf gevonden hebt. Daarom staat er geschreven "zoekt EERST het Koninkrijk" en als je gevonden hebt vertel het dan anderen


De psychiatriese patiënt schiet tekort in zijn aanpassing aan de eisen van zijn omgeving, maar onderkent dat niet en vindt dat hijzelf tekort schiet, want hij kan zich niet aanpassen aan de norm en is dus niet normaal. De somatiese patiënt kan zich uiterlijk prima handhaven, kan al zijn problemen rationeel oplossen, maar ten koste van zijn innerlijk, zijn geweten. Hij is "normaal".


Mensen kunnen een dialoog met elkaar hebben waarbij ze hun meningen (vooroordelen) met elkaar uitwisselen. Mensen kunnen een discussie met elkaar hebben waarbij ze elkaar van hun eigen gelijk proberen te overtuigen, waar dan een compromis uit kan voortkomen. De discussie tussen jou en jezelf is voor jou een bij voorbaat verloren zaak omdat je geweten altijd gelijk heeft. Het is het gevecht tussen jou en je "eigenwijsheid" en de wijsheid van het geweten, waarbij jij standpunt na standpunt en mening na mening op zult moeten geven, wil je uiteindelijk samenvallen met je geweten. Dan pas zul je wijs zijn en zul je alle meningen van degenen die een discussie met je zullen aangaan doorzien en kunnen ontzenuwen. Als ik jou laat zien dat een bewering van jou op een overtuiging (vooroordeel) berust weet je dat diep in je hart best, daarom roept het verzet op en verdediging, want je voelt je dan aangevallen. Je beseft op dat moment dat het geen onzin is, anders kun je erom lachen. Het gaat niet om gelijk krijgen, maar ik zie alleen wat jij nog niet ziet


Ik probeer inderdaad heel voorzichtig mensen te laten zien hoe ze zelf hun geluk in de weg staan, dat hun vanzelfsprekendheden helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn, hoe krankzinnig en tegenstrijdig de maatschappij in elkaar zit en hoe onrechtvaardig, hoe alles met alles samenhangt. Maar mensen zijn zo bang om hun schijnzekerheden op te geven, omdat ze daar zo vertrouwd mee zijn en ze zijn zo bang om hun groepsdenken op te geven omdat ze de groep als thuis ervaren. Ik laat ze wel zien door mijn onverstoorbaarheid en blijmoedigheid in de meest bizarre situaties, dat het wel kan, maar ze vinden mijn gedrag onbegrijpelijk, niet menselijk meer zei laatst iemand, en denken dat ik dat speel, maar voor mij gaat het moeiteloos.


De haast onoverkomelijke moeilijkheid is dat alle mensen die het voor het zeggen hebben in deze maatschappij, schrijvers, publicisten, journalisten, gelovigen en politici, commentatoren, wetenschappers en vele anderen, allemaal hun zekerheid, positie en inkomsten ontlenen aan het hebben van een mening, en dat wat ik dus probeer duidelijk te maken uiterst bedreigend voor hen is.


Er is een groot verschil tussen het handelen in de maatschappij en het eigenbelangeloos handelen. Het eerste doe je om je eigenbelang, eigen overtuigingen en eigen positie te verdedigen, om er zelf beter van te worden of om je gevoel voor eigenwaarde aan te ontlenen. Het niet-handelen, het Wu-Wei van de Taoisten, is het handelen zonder eigenbelang


Jan Willem van de Wetering schreef ooit een kinderboek onder de titel: "En samen kwamen ze heel ver", met de ondertitel: acht manieren om ergens te komen zoals Boeddha dat 2500 jaar geleden aanraadde. Het eerste hoofdstukje luidt aldus:

Eens, niet zo lang geleden (het zou zelfs nu kunnen zijn of morgen, of overmorgen), luisterde een klein uiltje naar zijn moeder. Hij had eigenlijk geen zin om naar haar te luisteren, want hij had andere dingen te doen, maar hij was een beleefd uiltje en daarom luisterde hij naar haar. "Uiltje", zei moeder uil. "Ja moeder", zei uiltje. "Luister naar me". "Ja moeder". "Uiltje", vroeg moeder uil, "weet je wat het allerbelangrijkste is?" Uiltje dacht een tijdje na. Hij dacht aan belangrijke dingen zoals eten, en op een tak zitten, heel hoog in een boom, en een beetje rondkijken, en vliegen. Maar zijn moeder keek hem ernstig aan, starend uit haar grote ronde ogen, en hij dacht dat het misschien niet zo´n goed idee zou zijn om het over eten, en op takken zitten, en over vliegen te hebben. Dus dacht hij nog maar wat na. "Wijsheid", piepte het uiltje. "Ja", zei zijn moeder, lichtte een vleugel op en flapte er een paar keer mee. "De Juiste Wijsheid, dat is het allerbelangrijkste. Wij uilen zijn wijs, wij kennen de grote waarheden". "Ja", zei uiltje, en knikte ijverig ja. Zijn moeders ogen waren nog steeds heel groot en rond en ze schoof dichter naar hem toe en boog zich voorover zodat ze in zijn opstekende oor kon fluisteren."Wij uilen", fluisterde ze, "leren niet alleen hoe we de dingen moeten doen maar ook waarom we ze moeten doen".

Het verhaal klopt niet helemaal want wijs is weten wat je NIET moet doen.


Ik sta nog steeds midden in de maatschappij en het leven en toch sta ik er als een toeschouwer buiten. Moeizaam ben ik hoog geklommen  in de maatschappij, in de toren van Babel, en nog moeizamer weer helemaal afgedaald , tot ik weer met beide voeten op de grond stond. Ik wordt elke dag geconfronteerd met de schaduwkant van deze maatschappij. Ik zie geen politiek, regering, partijen, religies, belangengroeperingen, ik zie alleen maar mensen, belast met hun verleden en hun overtuigingen, vastgelopen in hun eigenwijsheid, ambities en geloven in anderen. Ik zie wat zij niet zien en probeer ze dat te laten zien. Zij zien in mij iets wat ik niet ben, maar ze vertrouwen me en ze hebben vragen en ik zie de vraag achter hun vraag en daar wil ik het met ze over hebben. En zo heb ik geoefend en geoefend en geoefend, en het ging me steeds gemakkelijker af en nu is het zo eenvoudig. Jij hebt je jaren geleden, teleurgesteld in deze rare maatschappij, daaruit teruggetrokken en het je daardoor onnodig moeilijk gemaakt. Je hebt je daarmee zelf beroofd van het kijken, voelen en luisteren naar mensen. Onze communicatiemiddelen, telefoon en email, zijn eendimensionaal. Ze laten je niet de discrepantie zien tussen wat mensen zeggen en wat ze laten zien, zodat je veel moeilijker kunt zien dat er iets niet klopt. Je ziet niet de onrust in hun ogen, hun verkrampte houding, het trillen van hun handen, hun geforceerde glimlach, hun stoere masker, het zenuwachtige geknipper van hun ogen, hun moedeloze gang, hun gebogen hoofd, en al die andere lichaamstaal, die zo anders spreekt dan zij spreken. Je ziet niet de kinderen, die je laten zien hoe je ooit was en die ik onder mijn ogen zie verkreukelen. En dat maakt het zo moeilijk voor je en ik weet niet hoe je dat anders kunt doen. Er staat niet voor niets geschreven: wees in de wereld en niet van de wereld.


Wat mijn ego betreft, daar heb ik nog een vage herinnering aan. Dat is lang geleden in brokstukken uiteengevallen en toen ik destijds voor de keuze stond om van die brokstukken een nieuw ego op te bouwen of de brokstukken op te ruimen, heb ik om onduidelijke redenen voor het laatste gekozen en opeens was alles weg. Jan Foudraine noemt dat in zijn laatste boek, dat je dan uit je hersens zakt. Ik heb daar niet om gevraagd, het is mij overkomen.


Ik kan je niet vertellen hoe je moet leven, ik kan je alleen laten zien hoe je jezelf in de weg staat. Onze discussie van de laatste maanden is een langzaam afbreken van jouw overtuigingen geweest. Jij poneerde stellingen, waarvan ik je dan liet zien waarom ze niet klopten. Ik denk dat je het idee had dat je met mij discussieerde, maar je hebt tegen mij gevochten. Je hebt me weinig gevraagd en misschien zul je dat moeten doen. Ik zal je antwoorden. Al die jaren die ik bezig ben om mensen te laten zien hoe ze zich kunnen ontworstelen aan dit tranendal hebben mij geleerd hoe voorzichtig ik moet zijn. Aanvankelijk had ik het idee dat mensen dat graag zouden willen horen en realiseerde ik me niet hoe bedreigend het voor hun schijnzekerheden was. Ik ben daardoor zo vaak verraden en in de steek gelaten, dat ik met vallen en opstaan geleerd heb hoe het niet moet. Vaak vonden mensen het prachtig wat ik vertelde, totdat hun eigen overtuigingen en geloven ter sprake kwamen en dan haakten ze meestal snel af. Mensen gaan inderdaad liever dood dan dat ze hun overtuigingen opgeven. Ze vechten zich kapot tegen zichzelf en geven anderen en de omstandigheden daar de schuld van. Afrekenen met je verleden wil zeggen dat je alle situaties waarin je egoistisch voor je eigenwijsheid, eigen belang en geluk ten koste van anderen hebt gekozen, en die daardoor gegrift staan in je geheugen, onder ogen durft te zien. Alle situaties waarin je je verantwoordelijkheid voor je medemensen (ben ik mijn broeders hoeder? Ja dus) hebt ontlopen omdat je druk was met het najagen van je eigen heil. Alle situaties waarin je macht over je kinderen en andere medemensen hebt uitgeoefend omdat jij dacht dat je wist hoe mensen moeten leven. Dat hele verleden wat iedereen altijd goedgepraat heeft omdat anderen het ook deden, omdat het zo hoorde, omdat dat nu eenmaal bij het leven hoort en al die drogredenen waarmee mensen zich voor de gek houden, bepaalt het patroon waarop mensen denken en zich gedragen. Eigenlijk is het dus zo dat de manier waarop mensen zich niet aan de richtlijn: "wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet" houden, het met twee maten meten, de onbewuste drijfveren zijn die mensen laat doen wat ze doen en laat denken wat ze denken. Pas als je daar nu compromisloos mee ophoudt zul je je eigen aandeel in alle conflicten, emoties en symptomen in het verleden begrijpen. Je verleden verwerken is niet het een plaats geven, maar het begrijpen en dat kan alleen als je het heden begrijpt. De oplossing van het heden ligt dus niet in het verleden, maar de oplossing van het verleden ligt in het heden. En als je een probleem hebt in het leven kun je dat met je denken oplossen, maar de enige zinnige manier is om je leven zo te veranderen dat het probleem verdwijnt. Eeuwen lang hebben mensen zich uit de maatschappij teruggetrokken als kluizenaars om op die manier hun heil te bereiken, maar dat is de zekerste manier om het nooit te bereiken, net zozeer als het de meest zekere manier om nooit echt christelijk te leven is om je te bekeren tot het christendom. Alles wat een mens doet voor zijn eigen belang, staat zijn bevrijding uit de kringloop van wedergeboorten in de weg.


Het is dankzij mensen als Krishnamurti, de Dalai Lama, Bhagwan en alle andere goeroes, dat men een bizar beeld gekregen heeft van een verlichte. Het is als dat beeld wat van Jezus gemaakt is als een halfzachte kwezel, die met zalvende woorden door het leven ging, het godsbeeld als een grijze langgerokte oude heer, met alle menselijke karaktertrekken die hem worden toegedicht. Elke schriftloze amazone-indiaan, elk kind, elke eenvoudige boer is dichter bij het vuur en kan de hoofddenkende westerling meer leren van waar hij naartoe moet dan welke goeroe dan ook. Het sprookje van Andersen over de Sneeuwkoningin eindigt met de woorden: "Daar zaten zij, beiden volwassen en toch kinderen, kinderlijk van hart, en het was zomer, warme, heerlijke zomer." In logion 4 van het Evangelie van Thomas staat dat een grijsaard niet zal aarzelen een klein kind van zeven dagen naar de plaats des levens te vragen. Zo eenvoudig is het. Je geweten vergist zich nooit en weet alles. Wie compromisloos naar zijn geweten leeft, vergist zich dus ook nooit. Ik vergis me dus nooit en het is mijn zelfverzekerdheid, zeker van mijn Zelf zijn, ondanks het feit dat ik dat niet voor mijn eigenbelang gebruik, wat mensen arrogant vinden en kopschuw maakt. Tot de uiteindelijke conclusie komen dat je alleen maar mens bent, niet meer en niet minder, moet toch niet zo moeilijk zijn. Het Evangelie van Thomas blijft een heldere, eenvoudige en eenduidige routebeschrijving om verlichting te bereiken, dus jij moet dat ook kunnen.


Wij weten van al die mensen die millennia de aarde bewoond hebben erg weinig. Al degenen die geleefd hebben zoals het bedoeld is en die over de aarde gezworven hebben en in stille verwondering genoten hebben van de schepping, van elkaar en zich gevoed hebben met wat de natuur hen in overvloed aan voedsel verschafte, hebben nooit een spoor achtergelaten. Zij leefden in de natuur en naar hun natuur. Alleen ontaarde mensen hebben taal en schrift nodig, bouwen tempels en paleizen, en dus alleen culturen laten sporen van hun verdwazing achter. Nooit zal iemand weten hoe het in den beginne is geweest, nooit zullen wij iets weten van al die naamlozen en spoorlozen die wel echt geleefd hebben en elkaar onvoorwaardelijk lief gehad hebben. Alle volkeren hebben hun mythen over de zondeval, de verdrijving uit het paradijs, maar die ontstaan pas als de mens van het rechte pad is afgeweken. Altijd hebben zieners de weg teruggewezen. Niemand kan ons vertellen hoe vaak dat gelukt is en volkeren hun sporen van ontaarding weer zelf hebben uitgewist. In De Aleph van Jorge Luis Borges schrijft hij (Deutsches Requiem): "De wereld was haast gestorven aan het jodendom en aan die ziekte van het jodendom: het geloof van Jezus, wij leren haar de gewelddadigheden en het geloof van het zwaard. Dat zwaard doodt ons en we zijn te vergelijken met de tovenaar die een labyrint weeft en die zich gedwongen ziet daarin te dwalen tot het einde van zijn dagen". Dat klinkt heel hard maar dat is uiteindelijk de bron van de Westerse beschaving die zich als een virus over de aarde heeft uitgebreid.


Uiteindelijk is het altijd zo dat hoe meer woorden, boeken en begrippen mensen nodig hebben, hoe ingewikkelder hun gedachtenconstructies, hoe zekerder je weet dat ze het niet echt begrijpen. Als de uiteindelijke conclusie van de zoektocht is dat je genoeg hebt aan: "wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet" en de taal slechts een instrument hoort te zijn om de taal overbodig te maken, plaatst dat mensen als Krishnamurti en de Bhagwan in een ander daglicht. Zij mogen dan wel het licht gezien hebben, maar ze hebben zich uiteindelijk toch verstrikt in de uitwerking van hun boodschap. De belangrijkste reden is dat ze gezwicht zijn voor hun ijdelheid, nog voordat ze klaar waren, en zich hebben laten inpakken door hun aanhangers en aanbidders. Dat wil niet zeggen dat ze niet meer en helderder zagen dan veel andere mensen, maar ze hebben ook een aantal essentiële dingen niet doorzien en overzien. Ze hebben niet begrepen dat rechtvaardigheid en eerlijkheid een absoluut vereiste zijn voor bevrijding en ze hebben zich geen voorstelling kunnen maken van een wereld van vrije mensen. Daarnaast hebben ze niet gezien wat de betekenis van ziek zijn is. Beiden hebben de kool en de geit willen sparen en een meester die niet in staat is om zich overbodig te maken is geen ware meester. Daarom heeft door hun leringen nog nooit iemand verlichting bereikt en hebben ze een spoor van anders verdwaalden achtergelaten. Aan de vruchten kent men de boom.Er is maar één geloven nodig en dat is het geloof dat als je compromisloos naar je geweten leeft je zult ontsnappen uit dit tranendal. Daarom zei "Jezus": uw geloof heeft u gered. Niet omdat ze in hem geloofden, maar omdat ze geloofden dat hij uit eigen ervaring wist en de weg kende.


Mensen weten inderdaad niet meer wat eerlijkheid is. Ze zijn zo geprogrammeerd dat als je ze vraagt waarom ze iets doen, ze antwoorden met omdat ze het leuk, mooi, normaal, lekker, gezond, interessant, belangrijk etc. vinden. En als je ze dan vraagt waarom ze dat zo vinden blijken ze daar nooit over nagedacht te hebben. Alles blijkt dan twee of meer kanten te hebben. Als je een hulpverlener vraagt waarom hij zo graag mensen wil helpen, dan doet hij dat voor de medemens, maar wat je niet hoort is dat hij dat nodig heeft omdat hij daar zijn gevoel voor eigenwaarde aan ontleent. Daar drijft ook de hele caritas op, ontwikkelingshulp en vrijwilligerswerk, voor wat hoort wat en enerzijds anderzijds in deze gespleten wereld. Als mensen niet eens weten wat ze denken, kunnen ze ook niet zeggen wat ze denken. Als kinderen hebben ze leugentjes om bestwil en de lieve vrede geleerd, ze hebben afgeleerd om aardig te zijn waardoor ze aardig moeten doen om aardig gevonden te worden. Als iedereen alles zou zeggen wat hij dacht zou het spel gauw afgelopen zijn. Alle maatschappelijke regels zijn bedoeld om de oneerlijkheid en onrechtvaardigheid in stand te houden. In elke relatie proberen mensen de lieve vrede te bewaren, verzwijgen ze gedachten, hebben ze hun eigen geheimen, zijn er onderwerpen die niet bespreekbaar zijn. Dat noemen mensen eerlijk. Als je echt eerlijk bent word je uitgestoten, dan pas je niet meer in deze maatschappij.


Absolute eerlijkheid wordt in deze maatschappij genadeloos afgestraft, want je overtreedt daarmee de spelregels van de schone schijn. Je moet rekening houden met de ander, zeggen mensen dan en bedoelen dat je hun vooroordelen moet ontzien, maar je mag nooit zeggen dat het vooroordelen zijn.


Je kunt pas echt kijken als je geen gedachten meer hebt. Zolang je gedachten heb kun je wel naar je gedachten kijken en er proberen achter te komen wat ze betekenen. De wens is de vader van de gedachten, dus geen wensen meer, geen gedachten meer. Dat is analoog aan de uitspraak van Boeddha, dat alle lijden van de begeerte komt.


Woorden heb je nodig om iets te verduidelijken. Van de Stoicijnen stamt de uitdrukking dat je dwaas was als je nog niet volmaakt wijs was. Je kunt dan wel heldere momenten en inzichten hebben, maar je bent er dan nog niet. Net zozeer ben je niet belangeloos als je nog een paar, zij het geringe, belangen hebt. En zo geldt dat ook voor al die andere begrippen die de hele mensengeschiedenis zijn gebruikt om het totaalbewustzijn onder woorden te brengen.


Het is pas een probleem als iemand denkt dat hij wijs is, want dan hoeft hij niet verder te zoeken. Of als iemand denkt dat hij eerlijk is en je hem er niet op kunt wijzen dat hij oneerlijk is. Of als iemand aardig doet en je hem niet duidelijk kunt maken dat hij niet aardig is. Dat is geen oordelen maar een constateren van een feit.


Ieder mens heeft recht van bestaan, maar de dorpsgekken en zwakzinnigen zijn slachtoffers van en een gruwelijke aanklacht tegen deze maatschappij.


Verpopte rupsen zijn waardevol omdat ze een vlinder in wording in zich bergen. Het is toch een drama als de meeste poppen nooit uitkomen? Pas de ontpopte vlinder ontplooit zijn schoonheid en het is ongelooflijk dat zo iets prachtigs uit zoiets vormeloos kan komen. Elk mens kan ontwaken, maar de slapende mens leeft niet het volle leven en doet zichzelf dus tekort.


Zoals in elke Odyssee zijn er verlokkingen en verleidingen die vertragend kunnen werken, het kan mee en tegen zitten, soms zul je je afvragen waar je aan begonnen bent, maar je kunt niet meer terug en dus moet je verder. Af en toe kijk je om naar wat je achtergelaten hebt, maar pas op anders verander je net als Lot in een zoutpilaar of vergaat het je als Orfeus.


"Je zonden worden je vergeven als je ze niet meer doet." Maar dan moet je eerst zien hoe je "zondigt".


Je putten-droom is een prachtige lucide droom, die laat zien hoe het leven waarin kinderen op weg gestuurd worden vol gevaren, valkuilen en angsten zit. Hoe verder je komt hoe onherbergzamer de tocht wordt en het is heel verleidelijk om niet meer mee te doenen en erbij te gaan liggen. Uiteindelijk moet je het spoor terug volgen, waarbij je dus steeds minder putten zult ontmoeten, totdat je weer bij af bent en weer een putloze grond onder de voeten hebt. Dan is er geen angst meer, geen verdriet en geen verleidingen. En dan zie je in de verte aan het andere eind van de weg hoe mensen zich als lemmingen massaal in de putten storten. Hoe de hulpverleners zich over de slachtoffers ontfermen, maar uiteindelijk ook in de put vallen. Eigenlijk een collectieve suicide en dat noemen ze leven.

Naar boven

Home