Inleiding
Je kunt de geschriften van Zerzan het
beste lezen als reportages uit de hel, als vlijmscherpe en radicale
analyses van de heilloze wereld waarin wij leven en sterven. Waarin wij
voor onszelf en voor onze kinderen het leven tot niet meer dan een
overleven in een labyrint hebben gemaakt. Maar hij is niet radicaal
genoeg. Hij is een Don Quichotte als hij tegen de technologie vecht.
De technologie is slechts een voortbrengsel van de mens die het spoor
bijster is en de weg terug niet meer kan vinden. Het is een logisch
uitvloeisel van het bewustzijn van de huidige beschaafde mens en door
het afschaffen van de technologie verander je het bewustzijn niet. Van
de mens die zijn valse behoeften cultiveert en zich steeds verder
vastdraait in zijn eigen gesponnen web. De technologie afschaffen is te
vergelijken met het afstand doen van je bezittingen in de hoop dat je
daardoor onthecht raakt.
De tijd zal aanbreken waarin mensen met mededogen zullen kijken naar de beschaafden, die nadenken, die bezittingen hebben, die zich kleden, die hun uiterlijk verfraaien, die iets presteren, die werken en die niet leven. En zij zullen zeggen: "Laat de doden hun doden begraven".
Met commentaar in rood
John Zerzan is misschien wel de meest extreme schrijver op deze planeet. Het is wat ironisch dat de publicatie van de Unabomber's Industrial Society and its Consequences de inzichten van Zerzan onder de nationale aandacht hebben gebracht - ironisch, omdat zijn geschriften veel extremer zijn dan die van de bomber, waarvan men geloofde dat die door hem beïnvloed was. Voor Zerzan is de zondeval van de mensheid niet begonnen met de industrialisatie en zelfs niet met de landbouw, maar met de omhelzing van de symbolische cultuur, dat wil zeggen de taal, de kunst en het getal. Cultuur is, in plaats van onze grote emancipator, een bemiddelaar die ons weghoudt van een zinnelijke omarming van de werkelijkheid, van ons vermogen onszelf in het nu te verwerkelijken. Taal is persoonsgebonden communicatie geworden, de kunst is een vervanger voor een oneindig rijkere werkelijkheid, het getal is de toepassing van een illusoire gelijkheid die het boeiende aan onze wereld onttrekt.
Zijn essay-verzamelingen, Elements of Refusal en Future Primitive, brengen een primitivistische criticus, die hij de laatste twee decennia in het anarchistische milieu geweest is, in kaart. Zijn recente bekendheid, die begonnen is met een artikel in de New York Times en geprolongeerd is door radio- en televisie-interviews, concentreert zich grotendeels op zijn status van een van de weinige technologie-critici, die vanaf het begin de Unabomber niet veroordeeld heeft. Maar zijn perspectief reikt dieper dan dat. Met de komst van een op biotechnologie en genetische manipulatie gebaseerde wereld, lijkt het alsof Zerzan in de traditie van de Taoïstische wijzen staat, van Diogenes en van Rousseau als de laatste van de grote vertegenwoordigers van de ontketende wilde - of misschien is hij de eerste in een nieuwe traditie waarvan de invloed nog moet blijken.
Interviewer: Milieubewustzijn is voor mij
altijd een nogal deprimerend onderwerp geweest. Daarentegen lijkt het
alsof het primitivisme het streven heeft benadrukt om de spanningen
tussen de mensen en de natuurlijke wereld te verzoenen. In plaats van
overhoop te liggen met de natuur, zoeken we de verwerkelijking van onze
verlangens op een manier die onze wereld van televisie en
winkelpromenades nooit kan vervullen. Welke vergelijkingen zou jij
kunnen maken tussen het traditionele milieubewustzijn en het primitivisme?
Zerzan: Ik hou wel van het onderscheid dat je hier maakt, want dat
lijkt mij heel vruchtbaar. Voor mij levert het primitivisme een basis
voor milieubewustzijn. Het verwijst, als een toetssteen of inspiratie,
naar een aantal miljoenen jaren waarin de mensen in harmonie met hun
omgeving leefden en niet als een wezensvreemde macht boven de natuur.
Milieubewustzijn blijft zo
vaak steken in de hervormingsgezinde visie van het alleen maar zien van
zovele vraagstukken. Een begrip van de lange geschiedenis van de
problemen helpt wel bij het ontwaren van de oorsprong van de aantasting
van de natuur en al die facetten die zo met elkaar samenhangen
I: Je hebt dan wel kritiek geleverd op
grondslagen van de beschaving als kunst, taal en getal, maar je hebt
tot nu toe nagelaten kritiek te leveren op het gebruik van
gereedschappen. Dat is van belang omdat de meesten het gebruik van
gereedschappen zien als een directe voorloper van onze technologische
maatschappij. Vanaf welk punt zou jij gereedschapsgebruik willen zien
culmineren in vervreemd handelen?
Z: Er wordt vaak beweerd dat er een geleidelijke overgang is van het
gebruik van eenvoudige gereedschappen naar de hedendaagse
hightech-wereld en dat er geen kwalitatief onderscheid ergens langs die
lijn van ontwikkeling kan worden gemaakt, geen plek om "een lijn te
trekken" die het positieve van het negatieve scheidt.
Dat is dus juist, want als je eenmaal
begint is het einde zoek. Er is geen enkel gereedschap nodig om te leven.
Maar mijn werkhypothese is
dat de verdeling van arbeid de lijn trekt, met geweldige gevolgen die
zich op een versnellende of cumulatieve manier ontvouwen. Specialisatie
verdeelt en verengt het individu, introduceert een hiërarchie,
schept afhankelijkheid en werkt tegen de autonomie in. Bovendien
zwengelt het de industrialisatie aan en leidt vandaar direct naar de eco-crisis.
Gereedschappen of rollen die
verdeling van werk inhouden geven aanleiding tot verdeelde mensen en
een verdeelde samenleving. Alle
gereedschappen zorgen voor werk en alleen verdeelde mensen werken.
Werken is voor de dwazen en wie werkt kan niet leven. Het is of/of.
I: Welke voorbeelden biedt het verleden
ons van mensen, die een bepaald niveau van technologie afgezworen
hebben ten gunste van een meer holistische en natuurlijke manier van leven?
Z: Een Noord Amerikaans voorbeeld van mensen die een vertechnologiseerd
of beschaafd bestaan hebben afgezworen is dat van de kolonistengroep
"gone to Croatan" [Dit verwijst naar de kolonisten die de eerste
Engelse kolonie in Roanoke bewoonden en die hun kolonie verlieten om te
gaan leven met een plaatselijke Indiaanse stam. Zij lieten de
inscriptie "gone to Croatan", achter, die verwees naar die stam - J.F.]
Kennelijk hebben nogal wat Europeanen in de 17e en 18e eeuw beschaafde
buitenposten verlaten en zich gevoegd bij verschillende inheemse
Indiaanse gemeenschappen. De hele
mensengeschiedenis door zijn er groepen en individuen geweest die zich
uit de maatschappij hebben teruggetrokken en geprobeerd hebben om terug
te keren naar de natuur en de eenvoud. Voorbeelden van utopisten te
over: de Diggers rond 1650 in Engeland, Robert Owens New Harmony in
Indiana, met wel duizend zustervestigingen en in Nederland Walden en de
christen-anarchisten, die uiteindelijk allemaal het loodje gelegd
hebben door onderlinge verdeeldheid en toedoen van de gevestigde orde.
I Het lijkt alsof je in je publicaties
uitgaat van een Gouden Eeuw voor de mensen gedurende een groot deel van
de of het gehele Paleolithicum. En toch heb ik het gevoel dat jouw
ideeën niet stroken met het idee van een voorbij Eden in de meest
extreme en letterlijke zin. Wellicht is het leven ooit veel directer en
voldaan geweest, maar er moeten ergens toch wat zwakke plekken geweest
zijn die ons tot de huidige toestand gebracht hebben. Ik ben benieuwd
in hoeverre je je verbonden voelt met het idee van een voorbij utopia
(wat duidelijk onmogelijk is dat helemaal te bewijzen), in
tegenstelling tot het aanwenden van bruikbare concepten uit het
verleden op basis van een hedendaagse waarde.
Z: Ik denk dat je gelijk hebt met het erop wijzen dat we moeten
vermijden de prehistorie te idealiseren en het niet als een toestand
van volmaaktheid moeten aanvoeren. Aan de andere kant lijkt het
jagers-verzamelaars-leven over het algemeen gekenmerkt te zijn geweest
door de meest langdurige en meest succesvolle aanpassing aan de natuur
ooit door de mens bereikt, een hoge mate van gelijkheid van geslacht,
een afwezigheid van georganiseerd geweld, een belangrijke hoeveelheid
vrije tijd, een egalitaire ethiek van delen en een ziektevrije
robuustheid. Het lijkt mij dus leerzaam en inspirerend, zelfs al was
het onvolmaakt en ons misschien nooit helemaal duidelijk.
De prehistorie eindigt op het moment
dat de mens historie gaat schrijven, uit het nu in de tijd stapt, zijn
heden door zijn verleden en toekomstverwachtingen laat bepalen, zich
buiten zijn en de natuur plaatst en zich dan tegenover zichzelf, de
ander en de natuur bevindt. Dan pas gaat hij jagen en verzamelen, dan
pas wordt de natuur bedreigend, dan pas gaat hij zich zorgen maken om
de dag van morgen en dan pas creëert hij een God. En dat gebeurt
nog steeds in elk mensenleven als hij de onbevangenheid van het kleine
kind moet opgeven. Dan pas wordt hij ziek, verdeeld en bang. Elk mens
heeft zijn eigen prehistorie, zijn eigen kinderparadijs, waar hij door
de volwassenen uit verdreven wordt.
I: Een van de meest gestelde vragen
aangaande het primitivisme is of de aanhangers ervan een letterlijke
terugkeer naar primitieve manieren van leven zoeken of dat zij gewoon
het verleden ontginnen voor bruikbare concepten.
Z: [Detroit anarchist paper] Fifth Estate heeft in zijn gedeeltelijke
kritiek op de maatschappij, lang volgehouden dat een terugkeer naar een
non-beschaving niet iets is wat zij als mogelijk noch wenselijk vinden.
Ik ben er niet van overtuigd dat een werkelijke "terugkeer" uitgesloten
moet worden. Als het dan geen letterlijke terugkeer is, wat dan? Dat
zie ik als een open vraag. Alle
wijzen hebben de terugkeer naar de non-beschaving, dus het natuurlijke
leven gepropageerd, omdat zij zelf ervaren hadden hoe gelukzalig dat is.
I: Laten we dan voor dit moment aannemen
dat een letterlijke terugkeer naar een primitieve toestand wenselijk
is. Jouw publicaties gaan zover dat ze de kunst, getal en zelfs de taal
ter discussie stellen. Hoe zou je je een wereld zonder taal voorstellen?
Z: Aan een wereld zonder taal denken vereist een enorme speculatieve
sprong. Vanaf waar we nu verkeren is het uiterst moeilijk je een
leefwereld gebaseerd op een niet-symbolische communicatie voor te
stellen of te begrijpen, hoewel iets daarvan nu ook al bestaat. Freud
veronderstelde dat voorafgaande aan de taal een soort telepathie een
rol speelde (dat is, zoals het
merendeel van wat Freud beweerd heeft, meer over Freud zegt dan over de
mens); geliefden hebben geen woorden nodig, is het gezegde. Dit
zijn aanduidingen in de richting van een directe communicatie. Ik weet
zeker dat je zelf nog andere kunt bedenken. 80% Van de menselijke communicatie is
non-verbaal. Kleine kinderen hebben helemaal geen taal nodig om te
communiceren. Volwassenen hebben taal alleen maar nodig om macht over
elkaar uit te oefenen en om zich in deze maatschappij te kunnen handhaven.
I: Verschillende critici hebben de beschuldiging geuit, dat jouw afwijzing van een symbolische cultuur de
potentiele radicaal zonder basis om de gevestigde orde te bestrijden laat zitten.
Z: Mijn voorlopig standpunt is dat alleen een verwerping van de
symbolische cultuur een voldoende grote uitdaging biedt voor datgene
wat uit die cultuur voortvloeit. Ik kan me vergissen, maar tot nu toe
heb ik geen overtuigende argumenten gezien om dat standpunt op te
geven. En zelfs als blijkt dat het niet klopt, dan nog zou het debat op
een onbedoelde manier vruchtbaar kunnen zijn.
I: Wat is je antwoord aan de mensen die
beweren dat de weg van de technologische vooruitgang onomkeerbaar is?
Z: Het is heel goed mogelijk dat die onomkeerbaar is, maar de enige
manier om daar achter te komen is om het te ter discussie te stellen.
Als iemand tot de conclusie komt dat de loop van de techno-vooruitgang
rampzalig is, dan is hij verplicht die te stoppen of om te keren. Dit is een zaak van basale moraal, lijkt
me. Het gaat er niet om of
de technologische vooruitgang omkeerbaar is, maar of mensen bereid zijn
om op hun schreden te keren. Er wordt zo vaak
gesproken over de zegeningen van de
huidige geneeskunde, maar die zogenaamde zegeningen zijn alleen maar
nodig om de slachtoffers van onze vreemde en vervreemde manier van
leven weer op te lappen. Gelukkige mensen worden niet ziek.
I: Ik denk dat het interessant is om op te
merken hoe weinig oprecht en opbouwend de kritiek op de technologie
gericht is en dat het daardoor het idee dat het onomkeerbaar is
self-fulfilling maakt. Overal vind je kritieken op bijna alle aspecten
van de technologische maatschappij, maar zelden een die het geheel overziet.
Z: Hoe zeer protesteert een kritiek van het geheel! Een van de
voornaamste dogma's van de heersende postmoderne moraal is verwerping
van het geheel, verwerping juist van het idee dat we het geheel kunnen
vatten. Zolang je deel uitmaakt
van het systeem, kun je nooit het geheel overzien. Zolang er ook maar
één ding is wat je niet los durft te laten, één vooroordeel, één iets waar je aan
gehecht bent, heb je je banden met het systeem niet verbroken. Zoals
Albert Camus in L'Homme Révolté (De mens in opstand)
schrijft: Het is voor
de mens onmogelijk de totaliteit te omvatten omdat hij zich binnen die
totaliteit bevindt. De geschiedenis als totaliteit kan slechts bestaan
voor de waarnemer, die buiten die geschiedenis en buiten de wereld zou
staan. Feitelijk bestaat er dus slechts voor God een geschiedenis.
En Erich Fromm schrijft in
"Psychoanalysis and Religion" (Psychoanalyse en religie) :
Hij kan niet terug naar de
voormenselijke staat van harmonie met de natuur; hij kan slechts
voortgaan op de weg van de rede totdat hij zowel de natuur als zichzelf
in de hand heeft.
Daarom hebben de wijzen altijd de anderen voorgehouden dat je als
"God" moet worden of gewoon als de kleine kinderen.
En in het algemeen heeft het
systeem zulk verzets- en tegen de borst stuitend denken beloond. De
cultuur van de ontkenning is erg sterk - denk alleen maar hoe uiterst
weinig in het huidige politieke debat ter discussie wordt gesteld. Heel
moeilijk om dat gepubliceerd te krijgen en heel moeilijk om het
monopolie van de opgelegde onwetendheid te doorbreken. En toch denk ik
dat de werkelijkheid bezig is een opening te forceren. Wij horen
enkele, niet vele, maar enkele stemmen die het hele plaatje, de
wezenlijke aard ervan, trotseren.
I: Wat is je antwoord op de gebruikelijke bewering dat de technologie neutraal is?
Z: De technologie is nooit neutraal, alsof het een bescheiden
gereedschap dat uit zijn context losgemaakt kan worden is,
geweest, het neemt altijd deel en geeft uiting aan de basale waarden
van het maatschappelijk systeem waarin het geworteld is. Technologie is
de taal, het weefsel, de belichaming van de maatschappelijke
verhoudingen die het samen houdt. Het idee dat zij neutraal is, dat zij
van de maatschappij los te maken is, is een van de grootst bruikbare
leugens. Het is overduidelijk waarom zij die de high-tech valstrik
verdedigen ons willen laten geloven dat technologie iets neutraals is.
I: Moet de geleidelijke afschaffing van de technologie dan niet op een wereldwijde schaal plaats vinden, zodat we
niet kwetsbaar worden voor diegenen die hun ketenen niet willen laten vallen?
Z: Ja, het lijkt noodzakelijk, dat een anti-technologie beweging om te
slagen, zo snel mogelijk wereldwijd wordt. Het systeem van technologie
en kapitaal is wereldwijd en zeer onderling van elkaar afhankelijk en
is zo sterk als de zwakste schakel. Hier moet je de zich uitbreidende
ontgoocheling in de "belofte" van de technologie bij optellen. Die twee
zijn of zullen een machtige combinatie voor onze kant zijn.
I: Denk je dat het gewone volk meer wantrouwend staat ten opzichte
van de technologie dan onze zogenaamde intelligentsia?
Z: Iedereen is tegenwoordig aardig verzadigd door de media en hun
doorlopende pro-technologie boodschap op elk niveau. Maar degenen die
het Unabomber-manifest "overgesocialiseerd" noemt zijn misschien meer
geneigd middenklasse intelligentsia te zijn en zijn om die reden
waarschijnlijk minder wantrouwend ten opzichte van de Sirenenzang van de technologie.
I: Zijn er nog denkers of theoretici die je zou wille kapittelen om
hun onbegrip voor de problemen betreffende de technologie?
Z: Er zijn nog steeds veel teveel theoretici die weinig schijnen te
begrijpen van het technologie-vraagstuk. Vele zo niet alle postmoderne
"denkers" vermijden het probleem om de eenvoudige reden dat zij niets
aanvechten en alleen al het idee van tegendraads denken verwerpen. Door
alles op hun cynische, relativerende manier te accepteren, (bijv.
Baudrillard) zien zij de technologie noch onder ogen, noch weerstaan zij haar.
Aan de andere kant kan ik
bijvoorbeeld Lorenzo Simpson's "Technology, Time and the Conversations
of Modernity" aanbevelen, dat laat zien hoe de technologie - met haar
intellectuele tegenhanger, het postmodernisme - het maatschappelijk
bestaan leegmaakt en een klimaat van betekenisloosheid creëert.
I: Er is verbazingwekkend weinig weerstand
geweest tegen het plaatsen van bewakingscamera's in alle steden in de
USA. Wat denk je dat het ten uitvoer brengen van een technologie die
uiteindelijk een ernstig verzet zal oproepen, zou kunnen zijn? Het
klonen van een menselijk wezen? Een computer die in de hersenen wordt
geïmplanteerd?
Z: Velen leggen zich ogenschijnlijk bij video-toezicht, uit
persoonlijke veiligheidsoverwegingen, neer. Maar inderdaad zou men
denken dat het klonen van mensen of bionische breinen de meeste mensen
zou afschrikken. De Ludieten (de Ludditen Revolutie was in 1811 een
aktie tegen de Engelse textielfabrieken, die de arbeiders door machines
verving) en ik hopen dat nieuwe invasieve hoogtepunten van een altijd
weer koloniserende technologie mensen ertoe zal brengen haar hele baan
en logica ter discussie te stellen.
Als Paul Shepard het heeft
over Gary Snyder's passie voor boeren, vergeet hij dat zelfs een heel
eenvoudige tuinbouw slechts de eerste stap op weg naar genetische
manipulatie is. Het draait met andere woorden allemaal om domesticatie.
Ingrijpen in, beheersen of de natuur herscheppen is toegeven aan een
richting die ons naar mensen klonen en de hele rest zal voeren.
I: Uit welke hoeken heb je een onverwachte steun voor een wereldbeschouwing,
die de waarde van de technologie ter discussie stelt, gevonden?
Z: Een Latino vriend van mij vertelde mij onlangs dat hij dacht dat er
op dit moment minder Derde Wereld mensen naar de technologie van de
Eerste Wereld snakken. Voor zover dat waar is, zou het een verandering
van een enorme draagwijdte betekenen.
Ik merk ook dat sommige
jongeren door de verlokkingen van de technologie heenkijken. Ik
veronderstel dat dat minder verrassend is en ik weet niet hoeveel
jongeren openstaan voor een "primitivistische" manieren van kijken,
maar dit is een onmisbare ontwikkeling die zich uitbreidt, althans tot bepaalde hoogte.
I: Wanneer heb je zelf voor het eerst door
de" verlokkingen van de technologie" heengekeken? Heb je je er tot
zekere hoogte altijd tegen verzet? Is er een bepaalde gebeurtenis of
studiegebied geweest dat je heeft aangezet tot het ontwikkelen van zo'n
alomvattende kritiek?
Z: In de zeventiger jaren begon het langzaam tot me door te dringen,
onder andere, dat het concept "revolutie" iets zeer ontoereikends was.
Het knaagde aan me in de tijd dat ik promotiewerk verrichtte in de
sociale- en arbeidsgeschiedenis. De eerste "doorbraak" was toen ik
bezig was met de Industriële Revolutie in Engeland. Het werd me
namelijk duidelijk dat het fabriekssysteem voor een groot deel
ingevoerd werd als middel tot sociale controle. De verspreide
ambachtslieden werden beroofd van hun autonomie en samengebracht in
fabrieken om ontschoold en gedisciplineerd te worden. Dit laat zien dat
technologie allesbehalve "neutraal" is.
Deze ontdekking hielp me te
zien hoe werkverdeling basaal ontkrachtend en vervreemdend is. Je moet
de technologie zien als een systeem dat de diepere waarden, van de
maatschappelijke orde die het belichaamt, omvat. Het is nooit eenvoudig
een zaak van "gereedschappen" of instrumenten.
I: Wat heb je nog voor toekomstige projecten waar wij naar uit kunnen kijken?
Z: Ik ben bezig met een essay over nihilisme en probeer ook nog een
paar boeken te publiceren. Er moeten meer anti-technologie-, zelfs
anti-beschavingsartikelen voor de mensen beschikbaar komen. Zelfs de
meest anarchistische uitgevers, zoals AK en Autonomedia hebben het
belang van of de belangstelling in zulk denken niet opgepakt.
I: Ik zou je wat vragen willen stellen met
betrekking tot de Unabomber. Toen "Industrial Society and its Future"
voor het eerst verkrijgbaar was, werd je al gauw herkend als een
mogelijke invloed op de ideeën van FC. Heb je soms opmerkingen
over de behandeling van de Unabomber?
Z: Ik beschouw "Industrial Society and its Future" als een uiterst
belangwekkende tekst. In wezen laat het zien hoe de techno-maatschappij
het onmogelijk maakt vrijheid of voldoening te bereiken. In zeer helder
en toegankelijk proza verklaart het de doodlopende weg die
industrialisatie betekent.
Jacques Ellul is duidelijk
van grote invloed geweest, maar ik ben niet op de hoogte van enig
andere hedendaagse USA invloeden, anarchistische of andere.
I: Wat vind je eigenlijk van de methodes van de Unabomber?
Z: De methodes van de Unabomber waren het resultaat van frustratie.
Kennelijk kon hij geen anderen vinden die de techno-waanzin het hoofd
wilden bieden, noch kon hij een uitgever vinden voor "Industrial
Society and its Future", ondanks zijn jarenlange pogingen op beide fronten.
I: Het is niet echt een benijdenswaardige
positie als je eigen ideeën in verband gebracht worden met iemand
die het onderwerp is van een grootscheeps onderzoek. Zijn er nog
ongewone dingen gebeurd voorafgaand aan de arrestatie van Ted Kaczynski?
Z: In de zomer van 1995, dat is in het jaar vóór zijn
gevangenneming, is er ingebroken in mijn huis. Het merkwaardige ervan
was dat mijn adresboek en een paar oude gympen meegenomen zijn, terwijl
een paar draagbare en zichtbare dingen van enige waarde achtergelaten
zijn. Ook is in die zomer een aantal van mijn brieven ergens onderweg
onderschept. In tenminste drie gevallen, die ik heb nagetrokken, waren
de brieven verstuurd maar nooit aangekomen.
I: Je hebt Ted Kaczynski een aantal keren ontmoet en gaat door met hem
in contact te blijven. Wat is je indruk van hem op persoonlijk niveau?
Z: Tijdens mijn bezoeken aan Ted vond ik hem voorkomend, vriendelijk,
zeer scherp en met gevoel voor humor. Hij heeft zeker hoe dan ook geen
kapsones en leek mij een zeer geduldig en zelfgedisciplineerd iemand.
Rechter Tony Serra en ik zijn het met elkaar eens: Ted is niet gek.
I: Zijn er nog onregelmatigheden in zijn
proces geweest waar je de aandacht op zou willen vestigen?
Z: Er is geen proces geweest. Hij is gedwongen een pleitovereenkomst te
accepteren (levenslange gevangenisstraf) nadat de rechter zowel zijn
poging zijn advocaten te ontslaan en te vervangen als zijn poging
zichzelf te verdedigen had afgewezen. Hem werd geen ander alternatief
gelaten dan een bewijs van "krankzinnigheid" en dat heeft hij altijd
afgewezen. Wat in het oog valt is het feit dat het geheel van wets- en
politieke instellingen samen stonden in hun weigering hem terecht te
laten staan en zijn ideeën naar voren te laten brengen. Het
systeem demonstreerde dat door duidelijk te maken dat de doodstraf een
lagere prioriteit had dan Ted het recht te ontzeggen om gehoord te worden.
Een zeer goede bejegening is
Bill Finnegan's "Defending the Unabomber" in de New Yorker van 16 Maart
1998. Finnegan brengt bovengenoemde punten overtuigend aan het licht en
is de enige schrijver die dat zo gedaan heeft.
I: Als ik het moet geloven, zou ik zeggen
dat maar erg weinig mensen de daden van de Unabomber steunden, maar
velen hebben begrip gehad voor het wanhoopsgevoel en de hulpeloosheid
die hem voortgedreven hebben. Wat is je indruk van de stem van het volk
over de Unabomber? Wat voor, zo die er zijn, reserves heeft de schare
van zijn aanhangers?
Z: De media die verslag van de zaak gedaan hebben, in het bijzonder de
wettelijke beproeving, lijken nooit zo erg happig of knuffelig in hun
reportages geweest. Zij hebben nooit ook maar een keer een vraagteken
gezet bij de rechtmatigheid van het constante lekken van de verdediging
wat betreft Ted's "grootheidswanen". De belangrijkste
onderzoeks-psychiater gaf meteen toe aan Bill Finnegan dat zij vond dat
Kaczynski juist grootheids-waanzinnig was op grond van zijn aanklacht
tegen het technologisch systeem en de effecten daarvan op de mensen!
Onnodig te zeggen dat dat een verbazingwekkende politiek vondst was.
Het wekt weinig verbazing
dat het publiek, dat enig onafhankelijk denken over de zaak ontzegd
werd, hem waarschijnlijk niet goedgunstig gezind geworden is. Een
andere factor is dat zijn advocaten ons, die wilden proberen begrip en
steun te krijgen, vertelden daar mee op te houden. Ted, goedgelovig als
hij was, ging met hun verdediging tegen zijn zin verder. (Hij
vertrouwde ze en ze belazerden hem, door hem onwetend te houden, tot de
tijd voor zijn alternatieven opraakte, dat zij in feite precies deden
waarvan zij gezegd hadden dat ze het niet zouden doen, namelijk hem als
krankzinnig afschilderen) Dit alles werkte overduidelijk tegen elk
eerlijk begrijpen van waar hij voor stond.
I: De wapenfeiten van de Unabomber hebben aanleiding gegeven tot een van de diepste scheuringen voor zover het heugt onder de anarchisten, de primitivisten en daarbij horende eco-radicalen. Wat zijn jouw gedachten over de scheuring en wellicht de manieren om die te boven te komen.
Z: Ik ben er niet zeker van dat er een diepe scheuring is omdat ik tekenen heb gezien van het feit dat het alweer wat genezen is. Er was bijvoorbeeld een vocale pro-Ted aanwezigheid bij het Round River Rendezvous in 1998, de jaarlijkse nationale Earth First! bijeenkomst. En het laatste Live Wild or Die (#7) heeft zich actief met zijn drijfveer en verdediging geïdentificeerd. Alles bij elkaar is er wel weerklank gevonden bij een aantal jongeren; ik beschouw dat als groei. Ik denk dat er minder antipathie ten opzichte van hem is, minder angst om geïdentificeerd te worden met waar de Unabomber voor staat..
Natuurlijk is de diepere oorzaak dat de scheuring verminderd is - als dat zo is - dat het anarchisten-milieu blijvend meer anti-tech en primitivistischer is, met name onder de jongeren.
I: Ondanks de gangbare ontkenning van
links door veel anarchisten, is de kritiek van de Unabomber op links
scherper dan wat dan ook dat ik door anarchisten heb zien schrijven.
Denk je dat de anarchisten nog steeds een manier hebben om mee te doen
met het verwerpen van alle vormen van autoritairisme door zich als
oppositie te vermommen?
Z: Links - in de betekenis van gerichtheid op arbeid en productie en de
"organisatie" mentaliteit - zakt overal in. De dood van de
Klassenstrijd in Engeland in '79 en Love & Rage hier in de
Verenigde Staten zijn daar duidelijke tekenen van. Links gaat dezelfde
weg als de dodo, ofschoon er nog wat restanten rondwaren. De AK-pers is
daar een voorbeeld van met hun voorliefde voor gênante relicten
als Bookchin en Chomski.
I: "Industrial Society and its Future"
heeft voor een explicietere psychologische benadering gekozen (bijv. de
discussie over surrogaat-activiteit, de effecten van overbevolking,
individuele voldoening etc.) dan men gewoonlijk in de litteratuur ziet,
die de technologische dominantie bestrijdt. Heb je het gevoel dat de
Unabomber de nadruk legde op een hoog noodzakelijke maar verwaarloosde
benadering voor diegenen van ons die de technologie en haar
consequenties ter discussie stellen?
Z: Ja, " Industrial Society and its Future" is, zou ik zeggen, in wezen
een psychologie. Het vestigt de aandacht op wat er onherroepelijk met
het individu gebeurt zolang als de technologie de scepter zwaait. Dat
is de aantrekkingskracht en het belang ervan en de reden waarom het
verplichte lectuur is. Ik denk dat deze manier van benaderen in de
anti-autoritaire litteratuur ernstig verwaarloosd is, maar dat het
strookt met waar mensen in geïnteresseerd zijn. Dus ondanks het
feit dat het unaniem naar de prullenbak is verwezen, slaagt het er toch
in te circuleren, incluis de vele vertalingen over de hele wereld.
I: Welke maatschappelijk gevolgen, zo die
er zijn, heb je zien voortvloeien uit de Unabomber-zaak?
Z: De "maatschappelijke gevolgen" van de Unabomber-zaak is slechts een
deel van een groter fenomeen, een opduikend bewustzijn van het lot dat
het technologisch systeem voor ons en voor de planeet in petto heeft.
Deze spectaculaire zaak heeft vitale en basale resultaten aan het licht
gebracht, die al bezig waren op de voorgrond te treden.
I: Tot slot graag je gedachten over hoe we vanuit het punt waar we nu zijn
naar een betere wereld kunnen?
Z: De verslechterende situatie in de biosfeer en het individu - de
crisis heerst op elk niveau - is de krachtigste stimulans voor een
heroverwegen van zo vele oude afgezaagde vooronderstellingen en
instituten. Verdeling van arbeid, domesticatie, zelfs de componenten
van onze symbolische cultuur en de beschaving zelf - bij alles zijn
vraagtekens gezet. Als de ontkenning begint in te storten
zouden we weleens een uitdaging aan de gevestigde orde kunnen zien, die
de beweging van de zestiger jaren zal doen verbleken tot een zeer tam
en oppervlakkig gebeuren.
Meer van John Zerzan:
Over de Unabomber
(Nederlandse vertaling)
Let wel:
Zerzan en de Unabomber geven een bijna
heldere analyse van deze maatschappij, maar zoals alle radicalen gaan
ze op een pijnlijke manier de mist in met de uitwerking van hun
ideeën. Wie de geschiedenis kent weet dat geweld en het
beschadigen van eigendommen nooit, maar dan ook nooit iets heeft
opgelost. Geweld met geweld proberen te bestrijden voert onherroepelijk
tot een heilloze spiraal, waarin zoals de geschiedenis ons
onomstotelijk leert, de repressie alleen maar toeneemt. In L'Homme
Révolté schrijft Albert Camus: "Een eerste positieve
waarde van het verzet ligt in het afzien van geweld als beginsel".
Geweld is een gereedschap van de maatschappij en wie de maatschappij
afwijst, wijst ook haar gereedschappen af. Anarchisme (an = zonder en archein = heersen) heeft niets met geweld te maken en
wie geweld gebruikt, in welke vorm dan ook, is geen anarchist, maar een
kortzichtige dwaas.
Zijn er nog anti-globalisten of anderen die streven naar een gelukkige en vreedzame wereld, die bereid zijn deze artikelen van John Zerzan te vertalen?